De 25 Meest Voorkomende Psilocybine Paddenstoelen In De Natuur

Gepubliceerd op:
Categorieën : Default

De 25 Meest Voorkomende Psilocybine Paddenstoelen In De Natuur

Paddo's hebben een belangrijke rol gepeeld in de evolutie van de mens. Inheemse bevolkingsgroepen over de hele wereld gebruiken ze al eeuwenlang bij ceremonies. Dit is een lijst van de 25 meest voorkomende psilocybine paddenstoelen in het wild.

PSILOCYBINE PADDENSTOELEN

Paddenstoelen die psilocybine bevatten, vind je in verschillende landen van de wereld. Archeologische opgravingen leggen vaak voorbeelden van- of aanwijzingen naar paddo's bloot. Kenners, zoals de overleden Terence McKenna, veronderstellen dat de vroege mens die paddo's at, geïnspireerd werd om een complexe taal en religie te creëren. Dit zou geleid hebben tot onze ontwikkelde beschavingen. 

Het valt niet te ontkennen dat psilocybine een fantastische verbinding is, maar wees voorzichtig als je wilde paddenstoelen gaat plukken.

Herkenning van de soort is erg belangrijk als het om Fungi gaat. Er zijn giftige soorten die op paddo's lijken. De mogelijke bijwerkingen kunnen variëren van lichte misselijkheid tot anafylaxie. In sommige gevallen kan het zelfs leiden tot de dood. Wees er 100% zeker van dat je het juiste in handen hebt voordat je iets eet wat je niet meteen herkent. In het beste geval is het dom en in het ergste geval is het zelfmoord om erop uit te trekken, onbekende paddo's te plukken en die op te eten.

De paddenstoelen die je wilt vinden, houden van specifieke leefomstandigheden. De temperatuur, vochtigheid, het groeimedium en de tijd van het jaar zijn belangrijke factoren. Het kennen van de levenscyclus van je gewenste paddenstoel is ook essentieel. Het vruchtlichaam verschijnt gewoonlijk slechts enkele maanden of om de zoveel jaar, afhankelijk van de mycelium-ouder.

Hier volgt verdere informatie over 25 psilocybine paddenstoelen die in het wild groeien.

25 SOORTEN PADDO'S DIE IN HET WILD GROEIEN

Om te beginnen brengen we een ode aan een paddenstoel die geen psilocybine bevat, maar om verschillende redenen wereldwijd beroemd is, en niet alleen omdat het een trippy paddenstoel is. Denk aan de videospelletjes en stripverhalen over de avonturen van deze kleine blauwe mannetjes. Amanita muscaria is ongetwijfeld de beroemdste paddo.


1. PLUTEUS SALICINUS

Er bestaan tenminste zes soorten Pluteus die psilocybine bevatten:

  1. Pluteus cyanopus
  2. Pluteus glaucus
  3. Pluteus nigroviridis
  4. Pluteus villosus
  5. Pluteus brunneidiscus
  6. Pluteus phaeocyanopus
  • Verspreidingsgebied: Britse Eilanden; Noord-Europa; het gehele Amerikaanse continent. 
  • Herkenning: 3-7mm Brede convexe hoed. Wordt na verloop van de tijd boller. Grijsgroenig tot grijs of zalmkleurig tot zalmroze. In het midden schubbig, glad aan de rand van de hoed. De steel is 40-100mm lang en 2-6 mm dik. Wit tot grijsgroen, neigend naar blauw. Het vruchtvlees wordt erg blauw bij het kneuzen, met name aan de basis. De losse lamellen zijn bleek tot zalmkleurig als ze rijp zijn en sporen bevatten. 
  • Seizoen: Einde van de zomer en begin van de herfst, afhankelijk van neerslag.
  • Leefgebied: Loofbos, vooral op elzen (Alnus) of wilgen (Salix) of hun rottende houtafval. 
  • Dosering: Onbekend.


 

2: PSILOCYBE ANTIOQUIENSIS

  • Verspreidingsgebied: Op het moment dat we dit schrijven, komen ze alleen voor in Antioquia, Colombia; in Vera Cruz en Jalisco in Mexico; in Angkor Wat, Cambodja. 
  • Herkenning: Hoed met een diameter van minimaal 5mm en maximaal 30mm. Doorgaans 10-15mm. In het begin kegel- of bolvormig, convex als ze rijper worden. Oranjebruin tot oker-oranje. De randen hebben parallelle groeven. De steel is 45-180mm lang en maximaal 3mm dik. De lamellen zijn lichtoker tot violet met wit aan de randen. 
  • Seizoen: De Moessontijd. Van mei tot oktober. 
  • Leefgebied: Alleen of in kleine groepen. Klei of zandachtige bodem, met name in gebieden met runderen, paarden, Brahmaan vee of waterbuffels. In bemeste grond, maar niet in de mest zelf. Subtropisch, vochtig, op 1000-1600m hoogte. 
  • Dosering: 15-20 Vers of 1-2g gedroogd.

3: PSILOCYBE ATLANTIS

  • Verspreidingsgebied: Fulton County, ten noorden van Atlanta, Georgia. 
  • Herkenning: Hoed met een diameter van 25-45mm. Droog uitziend, lichtbruin met donkere strepen. Doorgaans convex, maar soms concaaf, zoals een omgekeerde paraplu. De steel is 40-60mm lang en 2-4mm dik. Bruinrood tot grijsbruin, van de basis naar de hoed bedekt met schubben. Wordt blauw na beschadiging. De lamellen zijn dun, bruinachtig en hetzelfde gekleurd als de hoed en de randen. 
  • Seizoen: Augustus.
  • Leefgebied: Verschijnt in clusters in de bodem. 
  • Dosering: Onbekend.

4: PSILOCYBE AUSTRALIANA

  • Verspreidingsgebied: In de Australische staat Zuid-Australië. 
  • Herkenning: Hoed van 16-30mm. Convex tot klokvormig met een iets donkerdere navel in het midden. Van lederbruin tot lichtgeel-oker aan de randen. De rand kan een blauwe tint hebben. De steel is 45-110mm lang en 2-3mm gelijkmatig gerond. Bolvormige basis. Zeer blauw na beschadiging. De lamellen groeien samen - geel of olijfkleurig, na verloop van tijd worden ze donkerbruin of paars. 
  • Seizoen: April en mei (in het zuiden).
  • Leefgebied: Montereyden plantages. Gematigde en subtropische regenwouden. Groeit op humus en bladafval. Aangetroffen langs paden en wegen. 
  • Dosering: Een tot twee grote verse exemplaren. Gedroogd 1 gram.

5: PSILOCYBE AZTECORUM

  • Verspreidingsgebied: Komt alleen voor in de hoge bergen van Centraal Mexico. Rio Frio, Popocatépetl en Paso de Cortés, Nevado de Toluca en La Malinche. Puebla en Tlaxcala in Mexico.
  • Herkenning: Hoeden met een diameter van 5-30mm, doorgaans 15-20mm. Convex of bolvormig, gestreept naarmate ze groter worden. Geelbruin-goudgeel met lichte blauwe plekken aan de randen. De stelen zijn 55-75mm lang en 3-5mm in doorsnede, dikker aan de basis. Ze worden blauw of groenachtig als ze gekneusd zijn of rijper worden. De lamellen zijn lichtviolet tot violetbruin en soms chocoladeviolet. Ze groeien samen en reiken niet tot de steel. 
  • Seizoen: Augustus tot oktober.
  • Leefgebied: Groeit op grond met boomafval en twijgen in groepen van 5-20 exemplaren. Soms te vinden op rottende stammen op 3000-4500m hoogte in Pinus hartwegii-bossen met lang en veel gras. 
  • Dosering: Onbekend, maar ze worden al eeuwen gebruikt door inheemse Mexicanen. De naam "aztecorum" is een hommage aan de heiligen die deze paddo's gebruikten bij belangrijke ceremonies.

 

6: PSILOCYBE CAERULESCENS

  • Verspreidingsgebied: Mexico; Brazilië; Venezuela en Alabama. 
  • Herkenning: Hoed van 2,5-9mm met verschillende kleurschakeringen. Zwart of donkergroen, kaneel tot roestkleurig. Kegelvormig als ze nog niet rijp zijn, met een gebogen rand. Ze worden platter en de kleuren veranderen naarmate ze ouder en groter worden. De 35-100mm lange stelen hebben een diameter van 3-5mm, zijn crèmekleurig, hol en bedekt met vezelachtige haren. Bij oudere exemplaren valt het velum eraf. De lamellen zitten dicht op elkaar en zijn wit aan de randen. De lichte kaneelkleur wordt donkerbruin gedurende de rijping.
  • Seizoen: Einde van de lente en de zomer. 
  • Leefgebied: Zelden solitair voorkomend, ze groeien meestal in compacte clusters, zoals bosjes gras. Groeit bij voorkeur in lawinemodder en oranjebruine grond. Houdt niet van concurrentie van kruidachtige soorten, zoals gras. 
  • Dosering: 1-7 Verse paddenstoelen.

7: PSILOCYBE CUBENSIS

  • Verspreidingsgebied: Cuba; Guatemala; Mexico; Honduras; Zuid-Amerika; Vietnam; Cambodja; Maleisië; Myanmar; Thailand; Fiji; India; de Filipijnen en Australië. Verschillende zuidelijke staten van de VS.
  • Herkenning: Hoed van 15-85mm, doorgaans 25-70mm. Koperkleurig in het midden, overlopend naar licht roodgeel-bruin. Kegelvormig, wordt klokvormig, krijgt vervolgens een typische paddenstoelvorm. De stelen van 40-170mm zijn doorgaans 70-120mm lang met een diameter van maximaal 18mm. Met een witachtige of crème-achtige kleur en een holle vorm, worden ze snel blauw als ze worden gekneusd. Restanten van het velum blijven doorgaans vastgehecht. De lamellen zijn in het begin donkergrijs en worden donkerpaars of violet naarmate ze rijpen, met gevlekte witte randen. 
  • Seizoen: Meestal in de zomer, maar dit kan van land tot land verschillen. 
  • Leefgebied: Groeit zelden op zichzelf en komt voor in groepen, vaak in koeien- of buffelmest. Tevens in grasgebieden of in weideland met een rijke bodem en langs de weg, maar zeer zelden in paardenmest. 
  • Dosering: Ongeveer 30g vers vruchtvlees. Dat kunnen 2 of 40 paddo's zijn. De gemiddelde recreatieve dosis is 1g gedroogd of 5g voor een "inheemse" ervaring.

8: PSILOCYBE CYANESCENS

  • Verspreidingsgebied: Van Californië tot Brits Columbia, tot in Canada. Een groot deel van de Pacific Northwest. Oostenrijk; België; Bulgarije; Tsjechië; het Verenigd Koninkrijk; Duitsland; Nederland; Italië; Ierland; Servië; Spanje; Zwitserland. Ze verschenen de afgelopen drie jaar op enkele andere plekken, maar verdwenen er vervolgens ook weer. 
  • Herkenning: Hoed van 2-5cm. In het begin kegelvormig, convex als ze groter worden en plat met een gegolfde rand als ze rijp zijn. De kleuren variëren van kastanje tot karamel naarmate ze ouder worden. Kleverig bij vochtigheid. Geelbruin tot okerkleurig na droging. De hoed kleurt blauw of groen als deze is gekneusd of gerijpt. De stelen zijn 20-80mm lang en 2,5-6mm in doorsnede. Ze zijn wit en hebben fijne vezels die naar de bredere basis toebuigen. De stelen worden blauw tot paarsgroen als ze beschadigd raken. De lamellen zitten vast aan de steel, maar zijn dunner bij de aanhechting. Kaneelbruin tot donker rookbruin met lichte randen. 
  • Seizoen: September tot december. 
  • Leefgebied: Verspreid of in compacte groepen. Houdt van rijke humus, houtafval, twijgen en bladafval. Elzen houtsnippers of boomschors gemengd met andere soorten hardhout. Floreert op beschutte schaduwrijke plekken, bessen- en bramenstruiken, rozenstruiken, rododendrons, klimop en aardbeienstruiken. Houdt niet van cederhout. 
  • Dosering: 1 Groot of 2-3 kleine exemplaren. Gedroogd een halve gram.

9: PSILOCYBE CYANOFIBRILLOSA

  • Verspreidingsgebied: Noord-Californië tot Brits Columbia in Canada. 
  • Herkenning: Hoed van 1-3,5cm. In het begin kegelvormig, wordt bol tot zeer convex naarmate ze ouder worden, bijna halfrond. Kastanjebruin met donkere strepen. Verbleekt tot geelachtig bruin of grijswit na het drogen. De 30-70mm lange stelen hebben een diameter van 2-4mm - recht, wit en bedekt met dunne vezels en met uitstulpingen aan de basis. Blauwe plekken na kneuzing. De lamellen groeien samen en zijn dunner bij de aanhechting met de steel. Lichtgrijs; bij de rijping worden ze paarsachtig bruin, met witte randen. 
  • Seizoen: September tot december. 
  • Leefgebied: Verspreide eenlingen of grote kolonies. Op elzen, wilgen en lupinen, in houtsnippers en boomafval. Komt veel voor in rododendron-tuinen en aan de randen van overstroomde rivierbeddingen of andere overstromingsgebieden.
  • Dosering: 2-5 Kleine of 1 flink vers exemplaar. Het eten van gedroogde paddenstoelen wordt afgeraden, want deze soort verliest 70% van zijn kracht na het drogen.

10: PSILOCYBE FIMETARIA

  • Verspreidingsgebied: Oregon; Washington; Brits Columbia in Canada. Denemarken; het VK; Scandinavië. 
  • Herkenning: Hoed van 0,5-6cm, meestal 1-2,5cm. Kegelvormig wanneer ze onvolgroeid zijn, ze krijgen een convexe klokvorm. Vervolgens een brede bolvorming met een verhoogd midden. Licht roodachtig bruin, honingkleurig en donker oker. Bij vochtigheid doorzichtig. Wordt bij droging geelachtig olijf of geelachtig bruin. Wordt blauw na kneuzing. De steel is 20-90mm lang, doorgaans 40-65mm. De diameter is 0,5-4mm, vaak 2-3mm. De steel is recht, hol, wit, roodachtig bruin of honingkleurig met een bolvormig uiteinde. Elke steel heeft blauwgroene tot azuurblauw-groene tinten, en wordt blauw tot donkergroen na beschadiging. De lamellen groeien ineen in een haakse vorm en zijn paarsachtig bruin met witte randen. 
  • Seizoen: Oktober tot december.
  • Leefgebied: Solitair verspreid of geclusterd in grote cirkels. Groeit goed in de buurt van paardenmest en grasachtige gebieden met een rijke bodem.
  • Dosering: 15-30 Of 14g verse exemplaren, of 1-2gr gedroogd.

11: PSILOCYBE LINIFORMANS

  • Verspreidingsgebied: Washington; Oregon; Brits Columbia in Canada. Nederland; Italië. 
  • Herkenning: 1-2,5cm breed en convex met een verhoogd midden. Zacht, saai grijsbruin tot olijfbruin. Kleverig bij vochtigheid. Bij kneuzingen groenblauw. Verkleurt tot licht strogeel na droging. De stengel is 14-30mm lang en heeft een doorsnede van 1-2mm. Wit tot lichtbruin, blauw na kneuzingen. Recht en gezwollen aan de basis. De lamellen zijn donker chocolade-achtig tot paarsachtig bruin. 
  • Seizoen: Van de zomer tot in de herfst. 
  • Leefgebied: Alleen, of in clusters in paardenmest of goed bemeste weiden en velden. 
  • Dosering: Licht actieve soort. 10-20 Levende exemplaren.

12: PSILOCYBE SEMILANCEATA (LIBERTY CAP)

  • Verspreidingsgebied: Een bijzondere kosmopolitische soort. Komt voor in het VK en de meeste landen van Europa, de VS en de rest van de wereld. 
  • Herkenning: Hoed van 0,75-2cm. Is kegelvormig en twee maal zo hoog als breed met een opvallende tepel. Variërend in kleur, van roestbruin tot lichtgeel met gestreepte randen. De randen zijn bij vochtigheid doorzichtig en voelen kleverig aan. De 40-100mm lange steel is licht of roestbruin en heeft een uitgesproken kromming die rond een vinger kan krullen. De sterke steel wordt blauw bij kneuzing. De lamellen zitten dicht op elkaar en zijn paarsbruin. Ze zijn slanker bij de aanhechting met de steel. 
  • Seizoen: Van augustus tot en met november en december. 
  • Leefgebied: Kan op zichzelf groeien of in clusters. Goed bemeste velden, hoog grasland en weiden waar vee en schapen hebben gegraasd. Ze groeien niet direct in mest. Langs de kust van Oregon zijn ze aangetroffen op het oneffen terrein van golfbanen. 
  • Dosering: 20-40 Verse exemplaren of 1-2g gedroogd. Voor de veelgebruiker geldt: er zitten 30-40 porties in 500g verse of 30g gedroogde paddenstoelen. Beginners kunnen voor het eerst beter niet meer dan 25g verse exemplaren consumeren.


 

13: PSILOCYBE SILVATICA

  • Verspreidingsgebied: Zuid-Oregon; Brits Columbia in Canada. 
  • Herkenning: Een ongelijke kegelvormige hoed van 0,8-2cm breed met een opvallend middelpunt. Tanig donkerbruin en glad. Na droging geelachtig bruin. Kleverige dunne huid bij vochtigheid. Een 20-80mm lange broze steel. Donkerbruin, licht gezwollen aan de basis. De lamellen variëren in grootte en hebben een grijsachtige bruine tot kaneelachtige of donkerbruine kleur als ze ouder worden, met witte gevlekte randen. 
  • Seizoen: Eind september tot en met december. 
  • Leefgebied: Wijdverspreid, maar ze vormen geen deken. Groeien op houtsnippers, met name op elzenafval. Groeien op een substraat van vergaan naaldhout. 
  • Dosering: 20-40g Vers of 2-4g gedroogd.

14: PSILOCYBE PELLICULOSA

  • Verspreidingsgebied: Het noordwesten van Amerika aan de Atlantische Oceaan, Brits Columbia in Canada; Finland. 
  • Herkenning: 0,8-2cm Scherpe kegelvormige hoed die breder wordt naarmate het rijpingsproces vordert. De naam refereert aan de geleiachtige laag op de hoed. Doorzichtige radiale strepen maken van de omber een groezelige gele hoed die na droging lichtgeel wordt. De 20-80mm lange steel is 1,5 tot 2mm in doorsnede, relatief recht met een lichte kromming aan de basis. De lamellen zijn in het begin licht kaneelkleurig, en worden donkerbruin en afgescheiden van de steel na rijping.
  • Seizoen: September en december. 
  • Leefgebied: In clusters op mos, boomafval en rijke humus in naaldbossen. De vruchtlichamen komen voor langs bospaden en in kapgebieden. Komt niet veel voor in grasweiden. 
  • Dosering: Dit is een relatief milde paddenstoel. 20-50g Vers of 2-5g gedroogd.

15: PSILOCYBE STRICTIPES

  • Verspreidingsgebied: Het noordwesten van Amerika aan de Atlantische Oceaan; Chili; het VK; Frankrijk; Duitsland; Schotland; Slowakije; Zweden; Siberië. 
  • Herkenning: Hoed van 5-30mm, in het begin kegelvormig, wordt klokvormig, na rijping breed en convex. Zacht om aan te voelen, walnootkleurig tot roestbruin met radiale doorzichtige strepen aan de randen. Wordt blauw na kneuzing. Heeft een verwijderbaar geleiachtig membraan. De stelen van 4-10cm lang hebben een diameter van slechts 0,25cm. Crème tot lichtbruin van kleur en vezelachtig. De lamellen zijn crèmekleurig, worden gedurende het rijpingsproces paars en zijn dunner bij de aanhechting met de steel. 
  • Seizoen: Eind september tot december. 
  • Leefgebied: Goed bemeste gazonnen, open velden en grasland. Groeit niet direct in mest. 
  • Dosering: Onbekend.

16: PSILOCYBE SERBICA AKA BOHEMICA

  • Verspreidingsgebied: Oostenrijk; Bosnië-Herzegovina; Tsjechië; Duitsland; Griekenland; Nederland; Hongarije; Italië; Kosovo; Roemenië; Servië; Slowakije; Slovenië. 
  • Herkenning: Hoed van 2-4cm, in het begin kegelvormig. Wordt klokvormig, vervolgens breed en convex. De randen zijn in het begin gekruld en worden plat naarmate ze ouder worden. De dofbruine tot okerbruine hoeden worden na droging lichtoker. De gladde en witte tot crèmekleurige hoed heeft geen gelatine-achtige huid die verwijderd kan worden. Wordt blauw na kneuzing. De 45-100mm lange stelen hebben een diameter van 2-10mm - recht, hol en dikker aan de basis. Ze zijn witachtig met een zijdeglans en verliezen na verloop van tijd hun velum. De lamellen zitten dicht op elkaar en zitten vaak direct vast aan de steel. Ze zijn in het begin lichtbruin en worden donkerder bruin tot paars met witte randen na de rijping. 
  • Seizoen: Augustus tot en met november en december. 
  • Leefgebied: Komt voor in clusters in loofbossen op vergaan houtafval, bladerafval, twijgen en compost. Houdt van vochtige plekken langs beken en aan de rand van bospaden en wegen. 
  • Dosering: Onbekend, maar het psilocybinegehalte ligt rond de 0,11-1,34%.


 

17: PSILOCYBE CAERULIPES

  • Verspreidingsgebied: Noordoost-Amerika; nevelwouden in Mexico. 
  • Herkenning: Hoed van 1-3,5cm. In het begin kegelvormig, vervolgens convex en naarmate ze ouder worden breed en convex. Eerst zijn de randen gekruld. Vervolgens worden ze platter met een kleine centrale tepel. In het begin kleverig met een gelatine-achtig oppervlak; na droging glad. Kaneelkleurig tot vuilbruin met een groen tintje aan de randen en een groenachtige tint in zijn geheel. Wordt blauw na kneuzing, maar erg langzaam. De 30-60mm lange stelen hebben een diameter van 1,5-3mm, zijn wit of vaal, relatief recht en dikker aan de basis. Bij kneuzing worden ze langzaam blauw tot poederachtig blauw. Elke steel is sterk en solide en fijn bedekt met witachtige grijze naar beneden wijzende vezels. De lamellen zijn dun, compact en variëren in vorm. Sommige zitten aan de steel vast, andere niet. Lichtbruin, na rijping donker kaneelkleurig met witte gekrulde randen. 
  • Seizoen: Eind mei tot december. 
  • Leefgebied: Wordt veelal solitair aangetroffen of in grote groepen in loofbossen. Berken, beuken, en esdoornafval of houtsnippers en rottend plantaardig materiaal. Groeit tevens op rottende stammen. 
  • Dosering: Onbekend.

18: PSILOCYBE MEDULLOSA

Psilocybe medullosa is het Europese genetische neefje van de Psilocybe silvatica. 
Voor beschrijving zie #13

  • Verspreidingsgebied: Door heel Europa. 
  • Herkenning: Zie hierboven
  • Seizoen:
  • Leefgebied:
  • Dosering:

19: PSILOCYBE HEIMII

  • Verspreidingsgebied: Subtropische wouden in Mexico. 
  • Herkenning: De hoeden met een diameter van 15-35mm zijn in het begin convex, en worden meer gerond en bolvormig naarmate ze ouder worden. Donkerbruin tot geelachtig bruin met randen die geflard en gelobd zijn met doorzichtige strepen. De lamellen zijn donkerbruin tot paars met lichte randen. De 50-80mm lange stelen hebben een diameter van 1,5-3mm, zijn wit tot bruin of bruinachtig rood, en hebben neerhangende vezels. Worden donkerblauw tot zwartachtig na kneuzing. 
  • Seizoen: Juni tot augustus. 
  • Leefgebied: Solitair of in kleine clusters op modderige grond in bladverliezende subtropische wouden op 500-1400m hoogte. 
  • Dosering: Onbekend. Echter, eeuwenlang gebruikt door inheemse Mexicanen bij rituelen en ceremonies.

20: PSILOCYBE MORAVICA

  • Verspreidingsgebied: Slechts op vijf plekken in Tsjechië. 
  • Herkenning: De hoed van 2,5-3,5mm is in het begin kegelvormig en zwelt vervolgens op tot een semi-halfronde vorm. Daarna halfrond en lichtelijk klokvormig, waarbij de steel en de rand met een fijn wit velum met elkaar verbonden zijn. De randen worden enigszins wasachtig en zijn gestreept bij vochtigheid. Verandert snel van kleur, soms blauwachtig, soms blauwgroen met een blauwe stip in het midden. Donkerbruin bij vochtigheid, verblekend naar geelachtig bruin of okergeel met blauwe tinten. De 50-90mm lange stelen hebben een diameter van 2-5mm, zijn cilindervormig en hebben een opvallende kromming. Ze zijn wit tot gebroken wit en slank met een geschubd oppervlak en geen bult aan de onderkant. 
  • Seizoen: Eind september tot november/december, afhankelijk van de temperatuur. 
  • Leefgebied: In clusters op houtafval in loof- of gemengde bossen. Komt vaak voor op plekken die geruimd zijn door mensen met opgestapeld houtafval. Alleen gezien op hoogtes van 230-700 meter. 
  • Dosering: Nog onbekend.

21: PSILOCYBE NATALENSIS

  • Verspreidingsgebied: Alleen aangetroffen op twee locaties, 250km ten westen van Natal, Zuid-Afrika. 
  • Herkenning: De hoed van 1-6mm is in het begin ongelijk kegelvormig en wordt vervolgens halfrond, breed en convex. Geelachtig tot gebroken wit met aan blauwachtige rand. De kleuren veranderen niet naarmate ze rijpen. De stelen van 40-120mm lang hebben een diameter van 1-10mm. Glad, droog, wit, hol en steevast gebogen. Wordt snel blauw, met name aan de onderkant van de steel. De lamellen zijn in het begin lichtgeel en worden vervolgens paarsbruin met een geelachtig randje naarmate ze rijpen. 
  • Seizoen: Januari. 
  • Leefgebied: Verspreid over rijkelijk bemeste velden en gazonnen, maar niet direct in mest. 
  • Dosering: Vergelijkbaar met Cubensis, zegt men.

22: PSILOCYBE SAMUIENSIS

  • Verspreidingsgebied: Het eiland Koh Samui en de omliggende gebieden in Thailand, waaronder de provincie Ranong; Angkor Wat in Cambodja. 
  • Herkenning: Hoed van 1,5-7mm. Convex en klokvormig, ontwikkelt een verhoogde papil tijdens de groei. Lederbruin met een dun membraan van schuim en doorzichtig bij vochtigheid. In het begin zijn de randen gestreept. De steel is 40-60mm lang, heeft een diameter van 1-2mm, en is recht. Witachtig geel met fijne vezels. Het velum verdwijnt voor een deel na rijping. De lamellen groeien samen, zijn goudbruin en worden donkerpaars met lichte randen naarmate de paddenstoelen rijper worden. 
  • Seizoen: Eind mei tot september, af en toe tot oktober. 
  • Leefgebied: Bemeste kleigronden, zoals rijstvelden of grasvelden. 
  • Dosering: Maximaal 20 verse exemplaren.


23: PSILOCYBE OVOIDEOCYSTIDIATA

  • Verspreidingsgebied: Tegenwoordig in Pennsylvania, Ohio en West-Virginia in de Verenigde Staten. 
  • Herkenning: Hoed van 10-45mm, meestal 15-25mm, convex met een opvallende centrale bult. Oranjebruin tot geelbruin bedekt na rijping of gedroogd. De 15-90mm lange stelen zijn meestal 25-60mm lang en hebben een diameter van 1-10mm, zijn cilindervormig, en licht gerond. Glad met lichtokere en roodachtige tinten en donkerbruine tot paarse kleurschakeringen. Vanonder geschubd. Wordt blauw na beschadiging. De lamellen hebben een uniforme kleur, lichtbruin tot donkerbruin-paars. 
  • Seizoen: April tot en met augustus/september. 
  • Leefgebied: Onder kruidachtige planten in loofbossen op boomafval en houtmulch. Langs paden, beekoevers en overstromingsvlakten. 
  • Dosering: Net als bij cyanescens.

24: PSILOCYBE STUNTZII

  • Verspreidingsgebied: Ten noorden van San Francisco tot aan Oregon in de VS en Brits Columbia in Canada. 
  • Herkenning: Hoed van 15-50mm. In het begin kegelvormig, daarna platter, soms licht convex met een verhoogd midden. Donkerkastanjebruin of olijfgroenachtig, lichter in de richting van de gestreepte randen. De randen zijn doorzichtig bij vochtigheid. Kleverig bij vochtigheid, met een gelatine-achtig membraan. Wordt lichtgeel na droging. De 30-60mm lange stelen hebben een diameter van 2-4mm, en zijn hol met een witte kern. Wordt snel blauw bij kneuzing van de hoed. De lamellen zijn lichtelijk breed, groeien samen en zijn dunner bij de aanhechting met de steel. 
  • Seizoen: Eind juli tot en met september op grasachtige stukken land en gazonnen. Eind september tot december in tuinen met veel mulch. Kan in sommige delen van de Pacific Northwest het hele jaar groeien, afhankelijk van de seizoensgebonden omstandigheden. 
  • Leefgebied: Groeit in dichtbevolkte clusters op elzenschors en naaldboomhoutsnippers. Verschijnt op grasvelden met pas gelegde zoden en zeer vergaan houtafval. 
  • Dosering: 8g Vers of 20-30 exemplaren. 1-3g Gedroogd.

25: PSILOCYBE SUBCUBENSIS

  • Verspreidingsgebied: Dit is een subtropische en kosmopolitische soort. Komt voor in Mexico; Bolivia; Colombia; Ecuador; Honduras; El Salvador; Australië; Nepal; India; Thailand; Cambodja; Vietnam en hier en daar op de Filipijnen. 
  • Herkenning: 18-50mm. In het begin kegelvormig en vervolgens zeer convex, na de rijping plat. Het midden is koperkleurig, met ietwat goudbruine en lichtgele randen. Wordt blauw aan de randen na beschadigingen. De 50-80mm lange stelen hebben een diameter van 4-6mm. Hol en recht. Witachtig tot crèmewit en lichtgeel naarmate de paddenstoelen ouder worden. Ze hebben vezelachtige lagere delen die snel blauw worden na kneuzing. De lamellen zijn in het begin donkergrijs en worden donkerpaars na rijping en als ze sporen aanmaken. Witgevlekt aan de randen. 
  • Seizoen: Doorgaans in de zomer, maar dat kan per land verschillen. 
  • Leefgebied: Zelden solitair of verspreid. Groeit graag in koeienmest, maar niet in paardenmest. Rijke bodems en velden langs wegen en paden, en in mesthopen. 
  • Dosering: 25g Vers of meer. 1gr Gedroogd, tot 3-5g voor een volledige ceremoniële dosis.